Het wedstrijdseizoen begon voor mij dit jaar met de Continentalcup in Park City, USA. Een interessante start en het zou een heel avontuur met veel nieuwe ervaringen worden. In dit artikel vertel ik waarom.
Foto: Marigrafie
De reis
Zo was het bijvoorbeeld de eerste keer dat ik met het vliegtuig en al mijn spullen naar een wedstrijd ging. Dus: twee koffers van 23kg plus nog een grote rugzak als handbagage, 2 skizakken voor de langlauf- en springski's, 3 springpakken en 3 paar langlaufstokken moesten mee. Per persoon natuurlijk. We vlogen vanaf München en om daar om 7:30 uur klaar in het vliegtuig te zitten, reden we om middernacht vanuit Werfenweng weg. Om 3:00 uur stonden alle koffers en skizakken klaar op het vliegveld (38 stuks), maar was er tot half 5 nog niemand die zich voor ons verantwoordelijk voelde, waardoor we langzaam nerveus werden. Vooral toen de "normale" passagiers voor ons wel werden ingecheckt, maar niemand zin had om ons te helpen. Toen de tijd begon te dringen, kwam er gelukkig een flexibele jonge man met 2 koppen koffie, die zei:”dat doen we wel effe!” En iets meer dan een uur later konden we dus toch net op tijd het vliegtuig in stappen. Van München ging het via Amsterdam naar Salt Lake City. Die laatste vlucht duurde 12:00 uur. Om 22:00 uur onze tijd landden we in Salt Lake en na een uurtje rijden met huurbusjes had ik mijn 24-uurs reisdag achter de rug.
Het tijdsverschil en de hoogte
In Park City is het 8 uur later dan bij ons en ligt de schans op 2200m en de loipe op 1600m. We hebben natuurlijk geprobeerd ons daarop zo goed mogelijk voor te bereiden. Tot drie dagen voor de reis hadden we een korte hoogtestage in Sportgastein (ruim 1600 meter), de laatste drie dagen voor de reis ging ik eerder slapen en stond ik altijd eerder op, om op de dag voor vertrek in de namiddag te slapen, omdat dat de nacht daarna niet kon. Dat slapen lukte weliswaar niet echt omdat ik te gespannen was, maar tijdens de vlucht de dag erna kon ik gelukkig wel wat uurtjes meepikken. Toen we aankwamen was het in Salt Lake 15:00 uur en scheen de zon. Maar voor ons was het dus 22:00 uur en eigenlijk bedtijd. Toch hield ik vol tot 20:30 uur. De volgende dagen was ik steeds al erg vroeg erg moe en standaard om 6:00 uur klaarwakker, maar de jetlag viel verder gelukkig erg mee.
De cultuur
Eenmaal aangekomen merkte ik dat de vooroordelen die ik van Amerika had niet ten onrechte zijn. Iedereen rijdt er in een truck of SUV, alles zit in plastic, het water uit de kraan kun je niet drinken, volkoren producten bestaan niet, net als bijvoorbeeld brood zonder extra suiker erop. In ons lunchpakket zat iedere dag een sandwich van wit brood met kaas, een blaadje sla en heel veel mayonaise. In iedere kamer hangt ook minstens één reusachtige flatscreen, die altijd en meestal op een van de 10 football-zenders staat. Kortom; niet perfect om je op de wedstrijd voor te bereiden en al helemaal niet milieubewust.
De sportieve situatie
We konden de laatste twee weken voordat we naar Amerika gingen niet springen, dus deden we in Park City onze eerste sneeuwsprongen. Ook hadden we pas één echte week aan langlauftraining, die in ieder geval wel hoogte (1600m) was, kunnen doen. Het langlaufen wende gelukkig relatief snel, maar toch merkte je dat vooral de Duitsers en Noren, die zich bijna een maand in Scandinavië in de sneeuw konden voorbereiden, al veel beter in vorm waren.
De wedstrijden
Er waren 3 wedstrijden. Op vrijdag en zondag was er een normale 10km Gundersen wedstrijd (eerst springen en dan met de tijdsverschillen langlaufen) en tussendoor hadden we nog een massastart wedstrijd op zaterdag, waarbij we dus eerst moesten langlaufen en daarna springen. Eigenlijk sprong ik het hele weekend niet goed. Ondanks goed langlaufen werd ik daardoor op de eerste dag 31e (net 1 plek buiten de punten), waardoor ik na de loting samen met alle anderen zonder punten, bij de massastart bijna helemaal achteraan moest starten. Toch kwam ik nog aardig naar voren en werd 15e bij het langlaufen en na het springen in totaal 26e. Op de laatste dag had ik de beste positie na het springen maar was het parcours opeens opgevroren en dus snel. De tijdsverschillen waren daardoor bij het langlaufen veel kleiner, zodat ik maar tot de 30e positie kwam. De dagen daarvoor was het net voorjaar, warme omstandigheden en diepe sneeuw, waardoor de verschillen veel groter waren.
Max Teeling met nummer 47. Foto: Marigrafie
Geen beste resultaten dus, omdat het springen nog niet echt goed ging en het langlaufen weliswaar niet slecht was, maar ook nog niet helemaal top. Dat kwam niet helemaal onverwacht, maar het was toch wel jammer. Toch was het heel mooi om eens voor mijn sport naar Amerika te kunnen gaan en al die bijzonderheden te kunnen beleven. Voor een volgende keer ben ik in ieder geval een stuk beter voorbereid.
De tijd na Amerika
Nadat we terug waren in Europa gingen we direct verder op trainingskamp naar Seefeld om ons springen te verbeteren. Daarna hadden we even rust rondom de Kerst, dan weer een kamp in Seefeld en dan een qualificatiewedstrijd voor twee van de 'Amerikagroep' en de jongeren in Villach, waar ik me uiteindelijk toch ruim voor de volgende Continentalcupwedstrijden in Oberwiesenthal kon kwalificeren. Daar ging het al beter met een 23e en 26e plek, waardoor ik mee mag naar Klingenthal (Duitsland) en Rena (Noorwegen).